Kubusdruksterkte

(Cube(compressive) strength)

De spanning waarbij een kubus (van beton) bezwijkt

Nadere omschrijving

Voor het bepalen van de druksterkte van beton mag binnen de Europese betonvoorschriften zowel gebruik worden gemaakt van cilinders (Ø 150 mm en 300 mm hoog) als van kubussen (ribbe 150 mm). De druksterkte wordt in de betonvoorschriften uitgedrukt in N/mm². In afwijking daarvan rekent de constructeur meestal met de eenheid MPa. Cijfermatig levert dat geen verschil: de omrekenfactor van MPa naar N/mm² is 1.

De proef wordt uitgevoerd aan, onder geconditioneerde condities verharde, proefstukken. De karakteristieke kubusdruksterkte die uit een serie proefstukken wordt berekend, bepaalt tot welke sterkteklasse het beton behoort.

In Nederland wordt voor het bepalen van de druksterkte van beton gebruik gemaakt van kubusvormige proefstukken. Er wordt dus gesproken over de kubusdruksterkte van beton.

Cilindervormige proefstukken leveren (door hun vorm en andere hoogte diameterverhouding) waarden die circa 15 - 20% lager zijn. Dit verschil zien we ook terug in de gestandaardiseerde sterkteklassen voor beton (zie tabel).

De druksterkte van beton is in de meeste gevallen bepalend voor het draagvermogen van een betonconstructie. De druksterkte is een van de belangrijkste mechanische eigenschappeneigenschappen van beton. Ook in de betonvoorschriften wordt beton in de eerste plaats gekarakteriseerd met de druksterkte door middel van de sterkteklassen.

Druksterkteklassen voor normaal en zwaar beton

   

Druksterkteklasse

Minimale karakteristieke cilindersterkte

ƒck:cil N/mm2

Minimale karakteristieke kubussterkte

ƒck:cube N/mm2

C8/10

8

10

C12/15

12

15

C16/20

16

20

C20/25

20

25

C25/30

25

30

C30/37

30

37

C35/45

35

45

C40/50

40

50

C45/55

45

55

C50/60

50

60

C55/67

55

67

C60/75

60

75

C70/85

70

85

C80/95

80

95

C90/105

90

105

C100/115

100

115

Normen/aanbevelingen/literatuur

Geplaatst op ma. 15 okt. 2018Laatst aangepast op vrij. 10 jan. 2020