Opstijfgedrag

(Stiffening of concrete)

Benaming voor het teruglopen van de verwerkbaarheid van betonspecie en de opbouw van enige samenhang

De vloer moet voldoende opgesteven zijn voordat mechanisch afwerken kan                        starten
De vloer moet voldoende opgesteven zijn voordat mechanisch afwerken kan starten

Nadere omschrijving

 

De vloer moet voldoende opgesteven zijn voordat mechanisch afwerken kan starten Het opstijfgedrag van betonspecie is voor de praktijk een belangrijk gegeven. Dit bepaalt hoe lang de specie verwerkbaar blijft. Ook voor het mechanisch afwerken (andere termen zijn: spanen, monolieten en vlinderen) van betonoppervlakken is het moment waarop de vloer voldoende is opgesteven om deze bewerking te starten, van groot belang.

In de cementnorm is de zogenoemde Vicat-proef opgenomen. Bij deze proef wordt het opstijfgedrag gemeten van een pasta van nauwkeurig vastgestelde hoeveelheden (massa's) cement en water, zodat een standaard consistentie wordt bereikt. Met deze proef worden begin en einde binding gemeten.

Om in de praktijk het opstijfgedrag van betonspecie te bepalen bij het vervaardigen van monoliet afgewerkte vloeren, wordt gebruikgemaakt van de proef met de zogenoemde humm-sonde. De methode is beschreven in nen 2743 Oppervlak van monolitisch afgewerkte betonvloeren.

Normen/aanbevelingen/literatuur

  • NEN-EN 206, Beton

  • NEN 8005, Nederlandse invulling van NEN-EN 206, Beton

  • NEN-EN 196-3 en Beproevingsmethoden voor cement

  • NEN 2743, In het werk vervaardigde vloeren, Kwaliteit en uitvoering van monolitisch afgewerkte betonvloeren en verhardingen

  • NEN 2747, Classificatie en meting van de vlakheid en evenwijdigheid van vloeroppervlakken.

Geplaatst op ma. 15 okt. 2018Laatst aangepast op vrij. 30 nov. 2018