Vervolgonderzoek

(Continuous production testing)

Onderzoek bij doorlopende productie (continuous production)

Bepalen van druksterkte op basis van gemiddeld resultaat van grotere series proefstukken
Bepalen van druksterkte op basis van gemiddeld resultaat van grotere series proefstukken

Nadere omschrijving

Indien na de aanvangsproductie (zie aanvangsonderzoek) een meer continue productie is bereikt, mag de druksterkte op basis van het gemiddelde resultaat van grotere series proefstukken worden beoordeeld. Dit is echter niet verplicht. Er mag ook blijvend volgens de criteria zoals aangegeven onder 'aanvangsonderzoek' worden beoordeeld.

Wanneer wordt overgeschakeld op het vervolgonderzoek moet de standaardafwijking van de laatste 35 meetwaarden worden berekend. Deze 35 resultaten moeten worden verzameld in een periode van minimaal drie maanden. De hieruit berekende waarde wordt verder aangeduid als de processtandaard-afwijking σ.

De beoordeling moet een maximale periode omvatten die afhankelijk is van het aantal uitgevoerde beproevingen:

  • Bij minder dan 35 proefstukken per drie maanden moet de beoordeling minimaal 15 en maximaal 35 testresultaten omvatten in een periode van maximaal zes maanden.
  • Bij meer dan 35 proefstukken per drie maanden moet de beoordeling minimaal vijftien testresultaten omvatten in een periode van maximaal drie maanden.

Tijdens de gehanteerde periode moet het gemiddelde van de meetwaarden voldoen aan de volgende eis: fcm ? fck +1,48 ? ?.

Aan het eind van elke beoordelingsperiode moet worden gecontroleerd of de standaardafwijking tijdens de beoordelingsperiode niet significant is afgeweken van de standaardafwijking tijdens de aanvangsproductieperiode. Voor deze controle moet de standaardafwijking van de beoordeelde meetwaarden sn worden berekend. Vervolgens moet getoetst worden of sn aan de eisen in de tabel (nen-en 206 - tabel 19) voldoet.

NEN-EN 206, Tabel 19 Grenswaarden voor de toets van de standaardafwijking

Aantal meetwaarden

Grenzen voor sn

15-19

0,63 σ ≤ sn ≤ 1,37 σ

20-24

0,68 σ ≤ sn ≤ 1,31 σ

25-29

0,72 σ ≤ sn ≤ 1,28 σ

30-34

0,74 σ ≤ sn ≤ 1,26 σ

35

0,76 σ ≤ sn ≤ 1,24 σ

Wanneer de standaardafwijking buiten deze grenzen valt, wordt een nieuwe σ berekend op basis van de laatste 35 meetwaarden en toegepast op de volgende beoordelingsperiode.

Normen/aanbevelingen/literatuur

  • NEN-EN 206, Beton

  • NEN 8005, Nederlandse invulling van NEN-EN 206, Beton

Geplaatst op ma. 15 okt. 2018Laatst aangepast op woe. 5 dec. 2018