Zetmaat

(Slump)

Methode om de verwerkbaarheid van betonspecie te bepalen

De kegel wordt in drie ongeveer gelijke lagen gevuld
De kegel wordt in drie ongeveer gelijke lagen gevuld
Na het oplichten van de kegel wordt de inzakking van de betonspeciekegel gemeten
Na het oplichten van de kegel wordt de inzakking van de betonspeciekegel gemeten

Nadere omschrijving

De zetmaat is een eenvoudige en veelgebruikte maat om de verwerkbaarheid van betonspecie te karakteriseren. In principe komt elke betonspecie in aanmerking voor toepassing van de zetmaat.

De kegel wordt in drie ongeveer gelijke lagen gevuld

De verdichtingsmaat daarentegen wordt vooral gebruikt voor het bepalen van de consistentie van half plastische (consistentieklasse S2) tot plastische (consistentieklasse S3) betonspecie.

De zetmaat wordt gemeten met behulp van een stalen kegel met een hoogte van 300 mm, een middellijn van het grondvlak van 200 mm en een doorsnede van de bovenzijde van 100 mm.

Nadat de kegel in drie ongeveer gelijke lagen is gevuld (waarbij elke laag met een porstaaf 25 keer wordt verdicht), wordt de kegel opgelicht en vervolgens wordt de inzakking van de betonspeciekegel gemeten. De inzakking in mm is de zetmaat.

De bepaling van de zetmaat is beschreven in norm nen-en 12350-2 Beproeving van betonspecie - Deel 2: Zetmaat. Deze norm maakt deel uit van een serie normen waarin de beproeving van de consistentie van betonspecie is vastgelegd.

Klassen voor de zetmaat volgens NEN-EN 206

Klasse

Zetmaat

S1

10 – 40

S2

50 – 90

S3

100 – 150

S4

160 – 210

S5

≥ 220

Normen/aanbevelingen/literatuur

Geplaatst op ma. 15 okt. 2018Laatst aangepast op ma. 11 mei. 2020