Bindmiddelfunctie
Cementvervangende eigenschappen van een vulstof
Nadere omschrijving
De bindmiddelfunctie van materialen is in nen-en 206 uitgewerkt in een zogenoemde k-waarde. Dit is een factor voor de activiteit van type II (dit zijn puzzolane) vulstoffen. Hiermee wordt aangegeven welk deel van de vulstof als bindmiddel kan worden gezien. In NEN-EN 206 is dit uitgewerkt voor poederkoolvliegas en silica fume.
Voor alle andere type II vulstoffen dient door middel van een vergelijkend onderzoek (equivalent concrete performance concept) de bindmiddelfunctie te worden aangetoond (zie 5.2.5.2 en 5.2.5.3 van NEN-EN 206).
In Nederland is zowel voor poederkoolvliegas als voor gemalen gegranuleerde hoogovenslak dergelijk onderzoek uitgevoerd. De opzet ervan is beschreven in een aantal beoordelingsrichtlijnen en het resultaat is vastgelegd in attesten. Daarin worden tevens de randvoorwaarden voor het gebruik van de desbetreffende poederkoolvliegas en gemalen gegranuleerde hoogovenslak in beton gegeven.
Normen/aanbevelingen/literatuur
NEN-EN 206, Beton + NEN 8005, Nederlandse invulling van NEN-EN 206, Beton (€)
BRL 1802, Beoordelingsrichtlijn Vulstof/Cementbeton
BRL 9325, Beoordelingsrichtlijn Gemalen gegranuleerde hoogovenslak