Buiging
(Bending)(ook wel: zuivere buiging)
De belastingtoestand waarbij op het punt van het maximale moment de dwarskracht nul is
Nadere omschrijving
In vrijwel alle constructie-elementen zoals vloeren, balken en kolommen komt buiging voor, afhankelijk van het beschouwde type element al dan niet in combinatie met dwarskracht en/of normaalkracht.
Er is sprake van zuivere buiging bij een tweezijdig opgelegde ligger in het gebied waar het maximale moment optreedt en de dwarskracht nul is, in de afbeelding is dat terug te zien in het gebied tussen de puntlasten.
Door de uitgeoefende belasting treedt in de afgebeelde situatie boven in de balk drukspanning op en onderin trekspanning. Omdat de treksterkte van beton relatief laag is, zal bij een relatief lage belasting, als de drukzone nog lang niet uitgenut is, in de trekzone het beton op het punt staan te bezwijken. Het buigend moment vlak voordat de trekzone gaat scheuren, noemen we het scheurmoment Mr (rupture): op dat moment is de betonbuigtrekspanning gelijk aan de rekenwaarde van de betontreksterkte: σct = ƒctd.
Als de belasting iets verder toeneemt, zal de trekzone scheuren, en valt de aanwezige betontrekspanning ter plaatse van de scheur terug naar nul. Op dat ogenblik worden de trekspanningen die in de betondoorsnede aanwezig waren, overgenomen door de aanwezige wapening.
Bron: CB1, Basiskennis beton, uitgever: Aeneas Media
Normen/aanbevelingen/literatuur
CB1, Basiskennis Beton, Aeneas Media (€)
CB2, Constructieleer gewapend beton, Aeneas Media (€)
NEN-EN 206, Beton + NEN 8005, Nederlandse invulling van NEN-EN 206, Beton (€)
NEN-EN 1992 Eurocode 2, Ontwerp en berekening van betonconstructies (€)
NEN-EN 13670, Het vervaardigen van betonconstructies + NEN 8670 Ontw. nl, Aanvullende voorschriften bij NEN-EN 13670, Het vervaardigen van betonconstructies (€)