Egelvorming
(fibre balling)Clusteren of 'samenballen' van vezels in vezelbeton
Nadere omschrijving
Het samenklonteren (‘clustervorming’ of ‘samenballing’) van kunststofvezels of staalvezels in betonspecie wordt ook wel 'egelvorming' genoemd.
Om te beginnen moeten de vezels gelijkmatig worden gedoseerd in de menger. Korte dikke vezels worden relatief eenvoudig in het mengsel opgenomen. Bij toenemende slankheid van de vezels wordt het risico op samenballen groter. Deze slankheid wordt uitgedrukt in l/d (verhouding van de lengte tot de dikte). Vezels met een l/d-verhouding van boven de 50, hebben enige hulp nodig om goed homogeen verspreid te worden in het beton. Een oplossing voor dit probleem is om de losse, lange vezels te verlijmen tot samenklevende plaatjes. Deze plaatjes hebben weer een l/d-verhouding van ≤ 50 en kunnen zich dus goed in het beton verspreiden. Onder invloed van het aanmaakwater en de wrijving in het beton vallen de plaatjes vervolgens in korte tijd verder uiteen tot losse vezels. staalvezels die eenmaal goed in het beton verdeeld zijn, zullen niet weer samenklonteren.
Normen/aanbevelingen/literatuur
Betoniek 15/25, Een sterk staaltje (€)
BRL 5060, Staalvezelbeton
BRL 5061, Staalvezels voor toepassing in beton en mortels
CUR-Aanbeveling 111, Staalvezelbeton bedrijfsvloeren op palen – Dimensionering en uitvoering (€)
EN 14889-1, Vezels in beton, Deel 1: Staalvezels – Definities, specificaties en conformiteit (€)
NEN-EN 14651:2005 + A1:2007, Beproevingsmethode voor staalvezelbeton – Meten van de buigtreksterkte (€)