Krimparme mortel
(low shrinkage mortar)Mortel met minder dan gebruikelijke krimp
Nadere omschrijving
Er zijn veel mogelijkheden om de krimp van mortels te verminderen. Hoe effectief deze maatregelen ook kunnen zijn, er blijft altijd sprake van krimp. Voor sommige toepassingen, zoals het ondersabelen, injecteren van voorspankanalen en een speciale voeg- of stelmortel is ook de dan nog resterende krimp ongewenst.
Voor die toepassingen worden in de praktijk vaak fabrieksmatig vervaardigde krimparme mortels gebruikt. Aan deze mortels is, naast andere hulpstoffen, een expansiebevorderende hulpstof toegevoegd waardoor de krimp in de plastische fase wordt gecompenseerd.
Op deze mortels is CROW-CUR-Aanbeveling 24 (Krimparme cementgebonden mortels) van toepassing. Hierin zijn specifieke eisen opgenomen voor de verwerkingstijd, ook in relatie tot het verloop van de zwelling in de tijd en de maximale krimp na zeven dagen verharden.
Normen/aanbevelingen/literatuur
Website Nederlandse Mortelorganisatie NEMO
CROW-CUR Aanbeveling 24, Krimparme cementgebonden mortels (€)
CUR-Aanbeveling 108, Ontwerp en uitvoering van mortelvoegen in prefab betonconstructies (€)
CUR-Aanbeveling 119, Specialistische instandhoudingstechnieken - Vullen en injecteren van scheuren, naden en holle ruimten in beton (€)
Cement 2016/1, Injecteren geen Haarlemmerolie (€)
Cement 2006/8, Onderpompen van prefab betonwanden - Strijkijzer Den Haag (€)
Cement 2004/6, De voegmortel: onbekend maakt….toch bemind! (€)
BRL 1904, Cementgebonden mortels
NEN-EN 445, Injectiemortel voor voorspankabels - Beproevingsmethoden (€)
NEN-EN 446, Injectiemortel voor voorspankabels - Werkwijzen voor het injecteren(€)
NEN-EN 447, Injectiemortel voor voorspankabels - Basiseisen (€)