Reologie
Stromingsleer / Leer der vloeiverschijnselen van stoffen
Nadere omschrijving
Met reologie, oftewel stromingsleer, tracht men het vloeigedrag van allerlei vloeistoffen, pasta's en soms ook van ogenschijnlijk vaste stoffen te verklaren. Ook bij het definiëren van de verwerkbaarheid van betonspecie gaat het om de vervormbaarheid van het materiaal onder invloed van daarop werkende krachten.
Dat is natuurlijk in de eerste plaats de zwaartekracht. Maar de reologische eigenschappen van betonspecie spelen ook een rol bij het verdichten (trillen, schokken) en verpompen.
De aandacht voor het reologisch gedrag van betonspecie is vooral toegenomen bij de ontwikkeling van zelfverdichtend beton. Echter, het reologisch gedrag van betonspecie blijkt zeer complex te zijn. Vereenvoudigd zou men de reologie van een betonspecie kunnen vergelijken met een zogenoemde Bingham-vloeistof waardoor geldt, dat:
waarin:
τ = afschuifspanning (N/mm2);
η = viscositeit (Nm.s);
dγ/dt = afschuifsnelheid (rad/s)
τyield = vloeigrens c.q. zwichtspanning
Als ketchup wordt geschud, wordt de viscositeit lager en wordt het vloeibaarder. We noemen een dergelijk materiaal thixotroop. Ook betonspecie is enigszins thixotroop. Een belangrijk verschil met ketchup is echter, dat de specie pas vloeit nadat een bepaalde kracht wordt uitgeoefend: de vloeigrens moet worden overschreden.
De bepaling van reologische eigenschappen is complex en alleen in een laboratorium uit te voeren. In de betontechnologiepraktijk zijn daarom enkele eenvoudige meetmethoden ontwikkeld.
Zie ook
Normen/aanbevelingen/literatuur
NEN-EN 206, Beton
NEN 8005, Nederlandse invulling van NEN-EN 206, Beton
NEN-EN 1992 Eurocode 2, Ontwerp en berekening van betonconstructies
NEN-EN 13670, Het vervaardigen van betonconstructies