Temperatuurgevoeligheid

Nadere omschrijving

De toename van de verhardingssnelheid van beton verloopt niet recht-evenredig met verhoging van de temperatuur. Bij hogere temperaturen verloopt de verharding sneller. Bovendien reageert niet elke betonsamenstelling even heftig op verhoging/verlaging van de temperatuur, vooral door de verschillen in temperatuurgevoeligheid van de verschillende cementsoorten.

Om inzicht te krijgen in het verhardingsverloop van pas gestort beton, bijvoorbeeld in verband met ontkisten of voorspannen, is de methode van de gewogen rijpheid ontwikkeld. Bij deze berekeningsmethode wordt de temperatuurgevoeligheid van het cement in rekening gebracht met behulp van de zogenaamde c-waarde.

De gewogen rijpheid kan worden berekend met de formule:

$R_g = 10 \text{x} \frac{(C^{(0,1\mathrm{T}-1,245)}- C^{-2,245})}{\ln C}$

Hierin is:

R_g = de gewogen rijpheid in °Ch over een periode van 1 uur;

T = de specietemperatuur in °C;

C = een factor die de temperatuurgevoeligheid van het cement vertegenwoordigt.

Globaal geldt voor portland- en portlandvliegascement een C-waarde van ongeveer 1,25. Voor hoogovencement is deze waarde afhankelijk van het klinkergehalte en kan variëren tussen 1,35 en 1,65. Een C-waarde van 1,65 hoort bij een hoogovencement met 20 à 25% klinker.

Normen/aanbevelingen/literatuur

• NEN 5970, Bepaling van de druksterkteontwikkeling van jong beton op basis van de gewogen rijpheid