Vrije uitbouwbrug
(balanced cantilever method)Een brug gebouwd volgens de zogenoemde vrije uitbouwmethode.

Nadere omschrijving
Deze bouwmethode (ook vrijevoorbouwmethode genoemd) wordt in Nederland meestal toegepast bij het maken van betonnen bruggen voor het overspannen van grote rivieren of kanalen. De bouw begint met het maken van een zogenoemd hamerstuk. Dit is een pijler van de toekomstige brug waarop een deel van de bovenbouw (circa 12 m) ter plaatse wordt gestort. Vanuit het hamerstuk wordt aan beide zijden steeds een deel van de bovenbouw (een moot) van de brug uitgebouwd. De lengte van deze moten is meestal circa 3,50 - 5 m. Het gaat zo door tot het midden van de overspanning aan beide zijden van het hamerstuk, dan wel het landhoofd is bereikt. Als ook van de andere zijde het midden van de overspanning is bereikt wordt een sluitmoot gemaakt en worden beide delen tot één geheel gemaakt. Deze manier van bouwen heeft als voordeel dat de scheepvaart nauwelijks wordt belemmerd omdat geen hulpconstructies in het vaarwater nodig zijn.
Normen/aanbevelingen/literatuur
NEN-EN 206, Beton + NEN 8005, Nederlandse invulling van NEN-EN 206, Beton (€)
NEN-EN 1992 Eurocode 2, Ontwerp en berekening van betonconstructies (€)
NEN-EN 13670, Het vervaardigen van betonconstructies + NEN 8670 Ontw. nl, Aanvullende voorschriften bij NEN-EN 13670, Het vervaardigen van betonconstructies (€)
Betoniek Vakblad 4 1015, Vrijevoorbouwmethode belicht (€)
Timelapse bouw brug over Amsterdam-Rijnkanaal