Vulstoffen
(Fillers)Inerte (minerale) dan wel puzzolane of (latent) hydraulische stoffen, meestal fijner dan 63 µm, waarmee de ruimten tussen de toeslagstoffen worden gevuld
Nadere omschrijving
Vulstoffen worden aan beton toegevoegd ter aanvulling van de hoeveelheid fijn materiaal of vanwege hun bijdrage aan de sterkteontwikkeling.
In de betonnorm nen-en 206 worden de vulstoffen in twee groepen ingedeeld:
Inerte vulstoffen
Inerte vulstoffen kunnen worden beschouwd als zeer fijn toeslagmateriaal en ze moeten voldoen aan NEN-EN 12620 'Toeslagmaterialen voor beton'. Voorbeelden van inerte vulstoffen zijn kalksteenmeel en kwartsmeel (SiO2-meel). Ze worden toegepast om betonspecies meer samenhang en stabiliteit te geven of om de structuur en de dichtheid van het beton te verbeteren.
Als gevolg van verschillende oorzaken kunnen inerte vulstoffen ook invloed hebben op de te bereiken sterkte of de sterkteontwikkeling van beton.
pigmenten worden beschouwd als type I vulstof. Pigmenten zijn uiterst fijngemalen poeders, meestal op basis van anorganische metaalverbindingen.
Vulstoffen met een bindmiddelfunctie
Vulstoffen met een bindmiddelfunctie worden aangeduid als type II. Onder bepaalde voorwaarden is het toegestaan (een gedeelte van) de vulstof als bindmiddel te beschouwen. Vulstoffen met een bindmiddelfunctie zijn bijvoorbeeld poederkoolvliegas en silica fume.
Normen/aanbevelingen/literatuur
NEN-EN 206, Beton
NEN 8005, Nederlandse invulling van NEN-EN 206, Beton
NEN-EN 12620, Toeslagmaterialen voor beton
NEN 5905, Nederlandse invulling van NEN-EN 12620, Toeslagmaterialen voor beton
NEN-EN 450, deel 1 en 2 Vliegas voor beton
NEN-EN 13263, deel 1 en 2 Silicafume voor beton
NEN-EN 12878, Pigmenten voor het kleuren van bouwmaterialen gebaseerd op cement en/of kalk
BRL 1804, Vulstof voor toepassing in beton en mortel